Dinsdag t/m donderdag van 10 tot 17 uur geopend. Vrijdag en zaterdag van 10 tot 15 uur. Telefoon: 0570 612 844.
Grootste voorraad mondstukken van Europa
Verhuur van instrumenten

Het kopen van een saxofoon

Muziek is emotie. Muziek maken is beleven. Het beweegt. Het worstelt. Het vloeit! Met die emotie is het niet gemakkelijk om in alle nuchterheid een saxofoon te kopen. Iedereen verheugt zich op muziek maken. Saxofoon spelen!

Met de komst van Internet is het voor elke saxofonist ( beginnend of gevorderd) een stuk gemakkelijker geworden om informatie te krijgen over saxofoons. De markt is ook veranderd. De saxofoon markt lijkt opener geworden. Er worden enorm veel tweedehands saxofoons aangeboden op het internet. Er zijn veel nieuwe merken bij gekomen. Vooral China doet heel erg haar best om een deel van de markt te veroveren. Het is gemakkelijker om prijzen te vergelijken. En toch is er in wezen niets veranderd. De valkuilen zijn nog steeds legio!

Stel u kunt een tweedehands saxofoon kopen van een kennis of via het internet. U informeert u zelf terdege. Het scheelt wel € 500,- ,als u het vergelijkt met de prijzen van de reguliere winkels. U hoeft slechts €200,- te betalen. Tegen €700,- in de winkel. Dat is pure winst zou je zeggen.

Een paar vervelende vragen en opmerkingen. Zit er een originele nek bij? Zit er sowieso een nek bij? (Een nek kost al snel €200,- tot € 700,-) Hoe is het met de technische staat? Voor een beginner is het héél vervelend om op een lekke saxofoon te spelen. Een hele revisie kost bij ons €600 en soms nog meer) is er een goed mondstuk bij? (Een beetje mondstuk kost al snel €100,-) En de koffer? Moet uw zoon of dochter met de fiets? (Een degelijke vorm koffer met een harde schaal voor op de rug kost minimaal €100,-) Prijs en kwaliteit Stel u kunt een nieuwe saxofoon kopen in een winkel of via het internet. U informeert u zelf terdege. Het scheelt wel € 300,- . U hoeft slechts €700,- te betalen. Tegen €1000,- in De Saxofoonwinkel. Dat is pure winst zou je zeggen. Ja, dat zou je zeggen, als u precies het goede merk heeft gekocht. Want u hoeft er niet op te rekenen dat deze winkelier ook maar iets aan de technische staat heeft gedaan. Dát kan namelijk niet uit! En als u het verkeerde merk hebt gekocht bent u nog verder van huis.

Bij De Saxofoonwinkel wordt u uitgebreid uitgelegd wat er te koop is en tegen welke prijs. Wij hanteren redelijke prijzen. De prijzen zijn inclusief een goede koffer, een goed mondstuk, rietjes, schoonmaak set en draagband. Alle saxofoons zijn geheel gereviseerd of goed nagekeken. ( Dus technisch gezien als nieuw ).

U heeft 1 jaar garantie en service. Dus de eerste jaar heeft u geen onderhoudskosten. Voor de tweedehands saxofoons en alle studie saxofoons geldt 1 jaar lang recht op ruil en 1 jaar lang een terugkoop garantie. In het laatste geval betaalt u 2 ½ % rente voor elke maand dat u de saxofoon heeft gebruikt. We hebben ook studie saxofoons te huur.

Hoe kun je als consument een saxofoon beoordelen Is merk X beter dan merk Y? Lek als een mandje ? Hoe kan dat nou, hij is pas nieuw. Komt mijn instrument uit Taiwan? En er staat een Frans merk op. Ik heb twintig zaken afgebeld en ze zeggen allemaal iets anders. Om beginnende en zeker ook gevorderde blazers enig houvast te geven in de doolhof van merken, landen , kwaliteiten en mankementen is dit artikel geschreven. Zo objectief mogelijk, vanuit jarenlange ervaring en niet gesponsord door één of ander merk.

Het ene merk levert alleen fantastische producten af. Bij andere merken variëren de saxen onderling sterk in afwerking en nogal wat merken zijn helaas matig tot slecht. Een beetje instrument kost al gauw €700,- tot €1000,-. Slechts een klein gedeelte van dit geld is materiaal. Grofweg €50,- messing en €50,- polsters en kurk. De rest is BTW, transport, winstmarge en vooral: arbeidsloon.

De fabricage van een saxofoon is een langdurig precisiewerk. Eerst alle afzonderlijke onderdelen fabriceren, solderen, assembleren, polijsten en lakken. Dan de kleppen bepolsteren, sluitend maken en de balans afstellen. Een ongelooflijk aantal uren zit hierin en al gebeurt dit werk gedeeltelijk machinaal, een flink deel is en blijft handwerk. Bij de grote merken is het ontwerp meestal wel goed en is de sax ook goed gebouwd. Er is goed materiaal gebruikt. De toongaten zijn vlak en de kleppen vallen netjes op het toongat. Alles functioneert naar behoren. Bij andere merken ligt dat nog wel eens anders.

Wat de afwerking betreft wordt er óók bij de grote merken gerommeld. Saxen die goed sluiten zijn dun gezaaid. In veel gevallen lekken de polsters. (Dat zijn die bruine leren schijven in de kleppen, die bedoeld zijn om een toongat af te sluiten.) En dikwijls is de balans niet goed afgesteld. Arbeid is, zeker in de westerse landen, duur en daar zit ‘m de kneep. Het vakkundig bepolsteren van de kleppen en het afstellen van de balans is tijdrovend handwerk. Gezien de moordende concurrentie worden instrumenten zo snel en zo machinaal mogelijk gemaakt. Het liefst in lage (Oosterse) lonen landen, waar vakmanschap niet altijd voldoende aanwezig is. Ook gerenommeerde merken "rommelen" op dit gebied en bieden dus weinig houvast. Hiermee ontkrachten wij hopelijk voor eens en voor altijd een tragische denkfout. Een sax mag dan nieuw zijn, dit betekent niet vanzelfsprekend dat deze ook goed functioneert. Zelfs de duurdere merken niet. Verkijk je dus nooit op het prachtige glimmen!

Handel & consument De grote valkuil voor een saxofoon, zowel een oude als een nieuwe, is de technische staat. Een top saxofoon kan beroerd blazen (moeizaam, vals) als de polsters niet goed sluiten. Het speel plezier kan hierdoor volkomen vergald worden. Ontelbaar zijn de misverstanden op dit terrein: "Niet goed sluiten? En hij is pas nieuw." "Prutswerk? De polsters zijn pas vervangen".Nieuwe polsters in een klep aanbrengen is helemaal geen kunst. Het goed laten sluíten van een klep is iets geheel anders. Een sax uit elkaar halen, opnieuw bepolsteren en in elkaar zetten is voor een geoefend iemand pakweg een uurtje werk. €70,- materiaal en €100,- arbeidsloon, meer is het niet. Een revisie kost momenteel echter zo'n € 800. Het goed laten sluiten, balans afstellen, speling uit de asjes halen, veertjes op juiste spanning brengen etc. is professioneel monnikenwerk. Vandaar de prijs. Helaas schuilt ook hier weer een flinke adder onder het gras. Het aantal saxofonisten is de laatste tien jaar explosief gegroeid. Het aantal kundige reparateurs nauwelijks. In een land als Nederland zijn de echte vakmensen op de vingers van twee handen te tellen. Onze ervaring is dan ook dat een kritische blazer snel bereid is 200 km heen en weer te rijden voor een simpele reparatie. Onder het motto " Als het maar goed gebeurt." of "Alleen hij mag aan mijn sax komen, verder blijft iedereen er met zijn poten (excuses) vanaf. Veel saxofoons, geen reparateur opleidingen, geen (rijks) erkende diploma's; dat moest wel leiden tot een tekort aan vaklui. Het verschil tussen een matige of een goede reparateur zie je echter niet aan zijn of haar neus. Gerenommeerde bedrijven (sinds 1920), mooie praatjes, een grote showroom, stoffige zolderkamertjes; over het niveau van het repareren en de service zegt het allemaal niets. Er bestaan voor de consument dus nogal wat voetangels en klemmen . Het aantal spijtoptanten is helaas ook groot. Er zijn twee "lijfregels" waar je als consument altijd op kunt terug vallen. 1) Verkijk je nooit op het al of niet prachtig glimmen van een sax. De laklaag zegt niets omtrent het functioneren en/of het geluid. 2) Sax kopen of reparatie beoordelen ? Dé grote test: ZACHTJES BLAZEN, LICHTE VINGERDRUK en LAGE TONEN

Technische staat De technische staat van een saxofoon is op een paar criteria te beoordelen. Bespeel het instrument met een LICHTE vingerdruk. Speel vervolgens ZACHTJES naar de lage tonen toe. Dus: (linker) bovenhand (B,A,G) alle kleppen dicht, (rechter) onderhand alle kleppen dicht (F,E,D en C) en de linker pink (B en Bes). Alleen bij een saxofoon waarvan de kleppen goed sluiten is het mogelijk om de lage tonen er zachtjes uit te krijgen. Voor een saxofoon is niets zo "gemeen" en veelzeggend als met een lichte vingerdruk zachtjes de lage tonen te spelen. Bij de meeste instrumenten lukt deze "proef" niet. Één, drie of pakweg twaalf lekkende kleppen betekenen veel luchtverlies. Dit valt alleen nog maar te compenseren door hard met de vingers op de kleppen te drukken, waardoor de polsters alsnog sluiten en/of door hard te blazen, waardoor de lagere tonen toch nog (geforceerd) geproduceerd worden. Dit kan ook gebeuren bij nieuwe en pas gereviseerde saxofoons. Ook al veren de "verse" polsters nog lekker! Natuurlijk zijn de saxofoons alsnog sluitend te krijgen maar dat kost al snel enkele honderden Euro's. Andere technische criteria voor een sax zijn: het mechanisme mag geen bijgeluiden produceren, geen rammelende kleppen en geen metaal op metaal. (Zie ook de EHBO top tien).

Zuiverheid De zuiverheid van een instrument wordt voornamelijk bepaald door het ontwerp van het instrument. Geen enkele saxofoon is 100% zuiver. Daarvoor zitten er teveel compromissen in de bouw opgesloten. Bij de betere merken is de onzuiverheid binnen de perken gehouden. Mindere instrumenten zijn hier en daar nogal eens op afwijkingen te betrappen. Berucht in dit verband is de overgang van de tonen mét en zónder octaafklep: C/C# zonder octaaf en D met octaaf. Sommige onzuiverheden zijn iets te corrigeren, soms is dit onmogelijk omdat de onzuiverheid in het ontwerp zit ingebakken. Een geoefende speler/ster kan door blaastechniek zelf het één en ander bijsturen. Onzuiverheden zijn op zich geen onoverkomelijke ramp, al geldt hier wel een regel: onzuivere LAGE tonen vallen niet zo op, onzuivere HOGE tonen gaan door merg en been. (Denk maar eens aan een krassende viool.) Het ene merk is het andere niet en zelfs binnen eenzelfde type saxofoon komen onderling verschillen voor. Veelal zijn deze afwijkingen terug te voeren tot (alweer) lekkende kleppen. Hetgeen uiteraard wél te verhelpen is.

Klankkleur Het ene instrument klinkt mooi warm, het andere scherp. Andere veel gebruikte typeringen zijn: briljant, vet, expressief, scheurend, rond, etc.Je kunt saxofoons grofweg in twee groepen verdelen. De oude Amerikaanse saxofoons en de moderne saxofoons uit Europa, Japan en Het verre Oosten .Amerikaanse saxofoons klinken over het algemeen vol, vet en warm. Denk maar aan oude Amerikaanse motoren, als Harley Davidson en Indian. Amerikaanse saxen zijn vaak wat ouderwetser qua applicatuur en ze zijn wat minder strak gebouwd wat betreft zuiverheid. Hetgeen betekent dat de speler zelf wat beter moet sturen. De saxofoons uit Japan daarentegen (Yamaha & Yanagisawa) zijn veel strakker wat betreft zuiverheid. Met name de studie Yamaha is heel makkelijk zuiver te houden. De klank is echter veel kaler. Soms zelfs dun en scherp.

Amerikaanse saxofoons

In 1900 begon G. C. Conn in Elkhart Indiana Amerika een saxofoonfabriek. De fabriek groeide in 25 jaar tijd uit tot dé saxofoonfabriek van de wereld. In 1928 werkten er 700 mannen en vrouwen. Conn produceerde 10.000 saxofoons en 20.000 koperinstrumenten per jaar. Wie oog heeft voor de details kan zien dat deze instrumenten van een onovertroffen kwaliteit zijn. Zwaar verzilverd of verguld, prachtige vormgeving en fantastische gravures. Maar vooral de innovatie is nog altijd onovertroffen. Er is nog steeds geen enkele saxofoonfabriek die de techniek van de Conn fabrieken heeft kunnen overtreffen.

Uit Amerika komt van oudsher een viertal gerenommeerde merken. Conn, Buescher, Martin en King. Gedurende de jaren '20 tot pakweg '50 zijn in dit land goede tot fantastische saxofoons gemaakt. In de jaren '50 verloren de Amerikanen steeds meer terrein door " het economisch denken " . (" Je kunt beter meer goedkopere saxofoons produceren en verkopen en daardoor meer verdienen ".) In de jaren ‘60- '70 zakte het niveau tot verdienstelijke studiesaxen. (vb. King Cleveland, Buescher 200, Bundy en de latere Conn's). Niet slecht maar absoluut geen topklasse meer. Tegenwoordig is Amerika voor wat betreft de saxofoonindustrie volledig van de kaart geveegd. Schandalig slecht of opgedoekt.

Menig saxofonist heeft de oude toppers uit de glorietijd van de Amerikaanse industrie herontdekt. Voor wie bereid is door de dikwijls aangetaste laklaag heen te kijken gaat er een wereld open. Amerikaanse "oldtimers" zijn vaak zwaar uitgevoerd en zo klinken ze ook: vol en expressief. Met name geschikt voor pop en jazz.Ze vertegenwoordigen een tijdperk waarin vakmanschap volop aanwezig was en arbeid weinig kostte. Er zitten dan ook meesterwerken tussen. Wie bereid is zich qua applicatuur aan te passen kan zich een instrument aanschaffen, dat, mits goed gereviseerd, qua klank en karakter zijn weerga niet kent. De prijsontwikkeling is dan ook, dat de oudere toppers (veel vraag, beperkt aanbod) heel snel flink duurder aan het worden zijn. (Conn Lady Face, The Martin, King Super 20, Beuscher 400).

Conn De paradepaardjes van dit ooit roemruchte merk zijn de Conn Lady Face, de Conn Conqueror en de Conn Chu Berry uit de jaren ‘20. Het speelgemak en de applicatuur waren voor die tijd formidabel. Met name de volle klank van de alt met stemknop op de hals bracht reeds menig speler in verrukking. " Ik d-dacht d-dat ik de b-beste saxofoon had, maar deze is nog veel mooier". De later gebouwde 16M is een verdienstelijke subtopper. Wat er tegenwoordig uit deze fabriek komt, kan het best omschreven worden als een tragedie.

Martin Het kenmerk van Martin zijn de dikke, opgesoldeerde toongaten. Alles aan een Martin is dik, vet en robuust. En zo klinkt hij ook. Dit merk maakte diverse goede modellen (Indiana, Handcraft). Het summum is wel de zogenaamde "The Martin". Een prachtig, in Jugendstil uitgevoerd model met een massief aandoende nek, soepele bediening en een geluid dat staat als een huis. Ook hiermee geconfronteerd bespeuren we bij menig verwende blazer een zenuwachtig soort opwinding. Waar andere merken in de hoge tonen "schril" gaan klinken blijft een Martin vol en warm.

King Vooral bekend om het Super 20 model met massief zilveren nek (en soms beker) en, in iets mindere mate, de King Zephyr. Ook bij King geldt de regel: de echte kampioenen zijn de oudere types. Menig blazer prefereert een King Super 20 boven een Selmer Mark VI. King is over het algemeen iets helderder van klank. PAS OP! New King & Kings zijn Oostblokkers en hebben niets met King USA (van H.N.White & Co.) te maken.

Buescher De oudere Bueschers hebben vrij dik "plaatwerk". De klankopbouw is zeer harmonieus. Zo'n Buescher kan schitterend zacht fluisteren. Buescher was nogal laat met het verbeteren en moderniseren van de applicatuur. Toen Conn in de jaren '20 en '30 al wonderen van techniek uitbracht, werkte Buescher nog met een 19de eeuw kleppenstelsel. De Buescher Truetone bijvoorbeeld klinkt goed, maar de bediening is behelpen. De beste Bueschers zijn de oudere 400-series en de Aristocrat.

Europese saxofoons

Frankrijk Het wemelde ooit van de Franse saxofoonfabrieken en ateliers. Velen verdwenen van het toneel, anderen gingen samen. Uiteindelijk overleefden er maar twee.

Selmer. Dit Parijse merk heeft veel mee. Een lange traditie, een instrument met een goede applicatuur en een veelzijdige klank. Te gebruiken voor pop, jazz en klassiek. Veel spelers zijn dan ook verknocht aan dit merk. De tijd dat een prof vanzelfsprekend Selmer speelde is echter voorbij. Dit heeft twee redenen. Ten eerste de concurrentie. Vanuit de zichzelf immer verbeterende Japanse hoek is de concurrentie enorm. Ook (her)ontdekt menigeen het robuuste geluid van de oudere Amerikaanse saxen. Een tweede reden is dat het ontwerp van een Selmer zonder meer goed is maar de technische afwerking wel eens te wensen over laat. Vooral enige jaren terug was de afwerking bij Selmer slecht. Fouten in het mechaniek en lekkende kleppen, te kleine polsters en zelfs polsters die met Bizon Kit waren vastgeplakt. Amateurisme ten top. Tegenwoordig koerst Selmer weer behoorlijk in de goede richting. Selmer Mark VI. Deze legendarische sax (gemaakt medio jaren '50 tot begin '70) maakt zijn faam soms waar, soms niet. De beste Mark VI-en zijn de oudere types. De latere Mark VI-en zijn , hoewel niet slecht , qua klank iets minder spectaculair. De prijs van een Mark VI is wereldwijd reeds de pan uit gerezen.

Wat voor de oudere Mark VI-en opgaat, geldt ook voor de andere "oude" Selmers. De Balanced Action, Super Action, Radio Improved en de Cigar Cutter worden zeer gewaardeerd, hoewel ze qua applicatuur wat ouderwetser zijn. De echte oudjes Selmer 22 en 26 zijn wat te ouderwets.

Selmer heeft als enige Europese saxofoonfabrikant met de Amerikaanse fabrikanten samengewerkt. In 19?? is Selmer zelfs eigenaar geweest van de Buescher fabrieken. Dat is de reden waarom de naam Selmer ook nu nog in Amerika wordt gebruikt voor de van oorsprong Buescher saxofoons (Selmer Bundy en Selmer Signet).

Buffet Crampon. Van oudsher het andere Franse merk. Op het gebied van klarinetten zonder meer marktleider, in saxofoonland minder. BC maakte een aantal verschillende types , waarvan de prijs niet gering is en het algemene commentaar :"Niet slecht, maar het klinkt zo braaf". Buffet Crampon heeft enige jaren samen met Julius Keilwerth in één groot overkoepelend bedrijf (The Boosey & Hawkes - Groep) gezeten. Sindsdien vertonen de BC-types een opvallende gelijkenis met de Keilwerth saxofoons. De goedkopere Evette- lijn komt uit Taiwan en/of China. Hetgeen het er voor de consument niet overzichtelijker op maakt. De technische afwerking van de Buffet saxofoons laat nogal eens te wensen over (lekken).

Duitsland Keilwerth maakt middenklasse en professionele saxofoons. Opvallend is de degelijke bouw en goede afwerking. De klank doet denken aan de oude "Amerikanen" De prof uitvoering heeft omgevelsde randen. De hoge kleppen zijn qua hoogte instelbaar en de Gis wordt middels vingerdruk geopend ipv. door een veer. Het klank karakter is vrij donker. Keilwerth levert nu allerlei variaties: de zwart/nikkel is wel de bekendste. Nieuw is het "nieuw-zilver" model en de "Shadow".

Italië Van oudsher komen er twee saxofoonmerken uit Italië Rampone en Borgani . Vroeger stonden deze merken nou niet bepaald bekend om hun kwaliteit. Tegenwoordig doen beide merken erg hun best om een deel van de saxofoonmarkt te veroveren. Met name Borgani timmert met endorser Joe Lovano als boegbeeld behoorlijk aan de weg.

Japanse saxofoons Van de nieuwe instrumenten worden de "Japanners" veruit het meest verkocht en dat is begrijpelijk. Yamaha is op dit moment marktleider in studiesaxen (275 serie). Behoorlijk zuiver, technisch betrouwbaar, weinig onderlinge verschillen tussen de exemplaren, zeer gemakkelijk te bespelen. Geen wonder dat veel muziekscholen en docenten Yamaha adviseren voor beginners. Er zitten echter een paar nadelen aan de Yamaha studie saxofoon. De technische staat. De verhouding tussen de grootte van de kleppen en de toongaten is te klein. Waardoor je binnen een paar jaar tegen een fikse reparatie aanloopt. Daarbij zijn de buis en de bocht gelijmd in plaats van gesoldeerd. Dat betekent, dat bij een flinke tik tegen de saxofoon de verbinding kan losknappen. Dat kan gerepareerd worden, maar kost al snel € 100,- tot € 150,- Het tweede nadeel is de klankkleur. De Yamaha studie saxen klinken wat dun en kaal. Bij het nieuwste studiemodel (275 serie) hebben ze een nek van de 62 serie gebruikt wat de klank zeker ten goede komt in vergelijking met de 23 en de 25 serie, maar gevorderden zoeken het toch vaker in de duurdere series van Yamaha. De Yamaha 475. Dit is nog niet heel veel meer dan een veredelde studiesax. De Yamaha 62 is een behoorlijke professionele saxofoon (vergelijk; Selmer SA80II en Yanagisawa). En de Yamaha Custom is zelfs een voortreffelijk professioneel instrument, dat jubelende recensies ontvangt.

Een andere, terecht met complimenten overladen Japanner is de Yanagisawa. Als uitgangspunt hebben de ontwerpers heel slim een Selmer Mark VI genomen. Het stadium van na-apers zijn deze bouwers echter al lang voorbij. In de loop van de jaren is er voortdurend aan verbeterd en nog steeds timmert dit merk enorm aan de weg. De applicatuur is voortreffelijk, de technische afwerking geweldig. Yanagisawa is op dit moment het enige merk dat zijn producten zo goed als foutloos aflevert. Proficiat! Een uitmuntende prijs kwaliteit verhouding: veel sax voor relatief weinig geld. In een korte periode heeft dit merk dan ook een stevige positie veroverd in het betere sax circuit. Yanagisawa biedt verschillende modellen. Ze hebben ook verschillende nekken (waaronder de massief zilveren). De klankkleur is wat onpersoonlijker dan die van Selmer of de oudere Amerikanen. Maar de bronzen modellen hebben daarentegen een zeer warme klank!

Het verre oosten In het kielzog van Japan komen er scheepsladingen instrumenten uit het zgn. verre Oosten: Taiwan, Korea, China. Pakweg 20 jaar terug was het kwaliteitsniveau van deze landen ronduit lachwekkend. Dat is nu niet meer zo. Sommige fabrieken met name uit Taiwan maken redelijke tot zeer goede studie saxofoons. Maar het blijft uitkijken, omdat deze fabrieken veel verschillende series (slechte tot zeer redelijke) afleveren, die onderling ook weer sterk in kwaliteit variëren. Een veel gebruikte manier van groothandelaren is om onder een eigen naam een serie instrumenten te laten maken in deze lage lonen fabrieken. Er duikt dan ook een hele serie saxen met westers aandoende namen op. Bijvoorbeeld; Boston, NewYork Symphony, Elkhart, Windsor, etc. De goedkopere Evette-lijn van Buffet Crampon komt ook uit Taiwan/China Dit is op zich geen schande. De tijd dat deze landen alleen maar prutswerk afleverden ligt, zoals gezegd, achter ons. Ondoorzichtig voor een onnozele consument is de kwaliteit prijs verhouding. Zo noteerden we prijsverschillen oplopend van 20 tot 90% voor een sax van dezelfde makelij met alleen een andere merknaam.

Nieuw in ons assortiment zijn de saxofoons van Jupiter. Jarenlang hebben we dit merk buiten de deur gehouden, omdat we de kwaliteit niet voldoende vonden. Natuurlijk hebben we in die jaren wel saxofoons verkocht uit Taiwan & China, want je moet als saxofoonspecialist ook een goede aantrekkelijk geprijsde studie saxofoon kunnen aanbieden. Meestal was er elk nieuw seizoen wel weer een saxofoonfabrikant,die zijn schouders er onder had gezet en een saxofoon kon bieden,die naar behoren functioneerde. Een redelijk degelijk gebouwde saxofoon die netjes sloot en waar wij als winkelier niet al te veel werk aan hadden. Jupiter lijkt nu verder. Jupiter biedt een degelijke, goed sluitende saxofoon voor een goede prijs. En het lijkt er op, dat Jupiter blijft. De saxofoons worden technisch goed afgeleverd. Wij hebben er tenminste weinig werk aan. Jupiter levert de instrumenten af met veel extra's. (onder voorbehoud!) Een Meyer mondstuk, een goede nekriem, een koffer die op rug kan worden gedragen en een standaard. Al bij al heeft Jupiter mooie saxofoons op de markt gebracht met heel veel extra's voor een zeer redelijke prijs. Jupiter is duidelijk een concurrent van Yamaha geworden. Ze bieden een Basis studie saxofoon voor €750,- met vormkoffer en een volwaardig studie instrument voor €970,- met veel extra's.